Interview met Marjon Cosijn,
de vrouw achter ZEKS Academy
Door Wilma van den Akker
ZEKS Academy is de creatie van Marjon Cosijn. Ze is een kei in het ontwerpen van schrijfcursussen. In 2014 richtte zij de online schrijfschool Marjon Cosijn (OSMC) op. Daarmee is ze een echte pionier. Samen met haar schrijfcoaches begeleidt ze veel beginnende schrijvers. Essentieel daarbij: een degelijke opbouw van verhalen en een sterke spanningsboog. Met al haar ervaring wil ze nu de diepte in.
In 2025 opent ze een nieuwe online schrijfschool: ZEKS Academy, voor het schrijven van prikkelende verhalen op een smaakvolle manier. Voor dit genre is spanningsopbouw natuurlijk essentieel. Geen betere climax dan een uitgestelde climax. Achter de schermen werkt Marjon keihard aan het bedenken van lessen (haar favoriete bezigheid), de bouw van de website en de promotie van ZEKS Academy. Nu het hele zaakje online staat, is het tijd voor een interview met de vrouw achter ZEKS Academy.
Hoe kwam je op het idee voor ZEKS Academy na al die jaren OSMC?
‘Ik was toe aan iets nieuws,’ begint Marjon. ‘Ik wilde met een ander, specifieker genre werken. Ik zag dat mijn blog over het schrijven van prikkelende verhalen iedere maand het meest gelezen werd. Kennelijk was daar veel belangstelling voor. Ik zag kansen en kreeg zin. Zin om verdiepende, speelse lessen te maken die schrijvers uitdagen om hun grenzen te verkennen.’
Op je Facebookpagina staat dat je een oude rot in het vak bent. Kun je daar meer over vertellen? Welke ervaringen heb je, als schrijver en docent?
‘Ik heb een brede belangstelling en ben dol op uitdagingen. Die combinatie heeft ervoor gezorgd dat ik na het voltooien van de Schrijversvakschool Amsterdam in allerlei genres heb geschreven: columns, toneelrecensies en interviews voor een regionaal dagblad, educatieve boekjes voor Wolters Noordhoff, stapels nooit gepubliceerde liedjes en twee jeugdmusicals, een novelle, een roman en een non-fictie boek over het Zeeland Nazomerfestival,’ vertelt Marjon.
‘Tijdens een interview voor de krant met de plaatselijke dialectvereniging bleek dat zij behoefte hadden aan een schrijfdocent. Zo ben ik begonnen, in een buurthuis met veertien cursisten. Dat voelde als thuiskomen. De juf in mij werd wakker.’
‘Ik begon met het zelf ontwikkelen van lesmateriaal en gaf jarenlang les in buurthuizen en bibliotheken. In 2014 begon ik OSMC met het idee dat ik zo veel meer mensen kon bereiken die graag beter wilden leren schrijven.’
Zo’n schrijfschool vraagt veel organisatie en werk achter de schermen. Hoe krijg je dat allemaal voor elkaar?
‘Nou, als ik het van tevoren geweten had… Ik ben helemaal niet technisch aangelegd, maar met vallen en opstaan leer ik het wel. Ik ben ambitieus en heb doorzettingsvermogen. Mijn grote dromen zijn mijn motor. Bovendien heb ik een neus voor talent in mijn netwerk. Ik benader fantastische mensen die mij kunnen helpen en van wie ik weer kan leren. Een docent moet zelf leergierig zijn, dat houdt het zo leuk. Als organisator leer ik overstijgend werken. Maar ik blijf altijd betrokken bij de cursisten, dat kan ik niet laten.’
Wat maakt in jouw ogen een goed verhaal? En een goed prikkelend verhaal?
‘Een goed verhaal is een verhaal dat de lezer raakt, verwondert, ontroert, boos maakt. Als er maar iets gebeurt. Dat geldt ook voor een prikkelend verhaal. Het wil niet zeggen dat het allemaal uitgespeld moet worden. Suggestie is een waardevol instrument. Dat de lezer voelt dat er meer aan de hand is dan er letterlijk staat. Daarvoor moet je als schrijver veel oefenen, schrijfkilometers maken.’
Welke schrijver(s) hebben jou het meest geïnspireerd en waarom?
‘Als kind verdween ik al in boeken. Letterlijk. Ze moesten mij aanraken om mij uit het verhaal te krijgen. Ik herinner me hoe ik als kind in de bibliotheek smachtend naar de andere zaal keek, want ik had alle kinderboeken al uit. Ik ben altijd een veellezer gebleven. Het is lastig om namen te noemen, maar Renate Dorrestein, Thomas Rosenboom, Nelleke Noordervliet en Flaubert (Madame Bovary) komen als eersten boven. Vaak is mijn lievelingsschrijver de schrijver van het boek dat ik op dat moment lees.’
Kun je van (één van) deze schrijvers aangeven wat je zo aantrekt in hun werk?
‘De boeken van Dorrestein zijn ogenschijnlijk lichtvoetig, maar bevatten altijd een diepere laag. Rosenboom is een meester in formulering en compositie, Noordervliet bewonder ik om haar eruditie en haar complexe en genuanceerde personages. Flaubert combineert al die hoedanigheden in Madame Bovary. Dat laatste was een studieboek in het tweede jaar van de Schrijversvakschool Amsterdam. Net als Rosenboom blinkt Flaubert uit in nauwkeurigheid. Bovendien hou ik van de impliciete ironie waarin maatschappijkritiek doorklinkt, die je overigens ook terugvindt bij Rosenbooms Publieke Werken.’
Wat wil je potentiële cursisten op deze plek graag meegeven?
‘Lees. Lees heel veel. Lees pulp en literatuur. Lees hedendaags en klassieke titels. Je ontdekt niet alleen wat jou boeit of waar je je mee verwant voelt, je ontwikkelt op die manier ook spelenderwijs je gevoel voor ritme, voor verhaalopbouw, voor symboliek.’
En op het gebied van het schrijven zelf?
‘Eigenlijk hetzelfde: schrijf. Schrijf heel veel. Schrijf in alle genres. Dat maakt je pen lenig. En ook: schrijf de eerste versie voor jezelf. Om het schrijfplezier en het vuur, want dat geeft je tekst een sprankelende energie. Richt je bij de volgende versies vooral op het effect van je tekst op de lezer.’
Interview Wilma van den Akker / Mevrouw SchrijfTaal
Wilma van den Akker is schrijfcoach bij ZEKS Academy en begeleidt schrijvers met zorgvuldige feedback. Ze heeft een achtergrond als psycholoog en maatschappelijk werker en brengt die unieke ervaring mee in haar werk. Wilma schrijft poëzie, artikelen en fictie, en inspireert jong en oud met haar workshops en begeleiding.